Kerken in ontwikkeling: een trektocht of een verzorgde reis?

Afgelopen maand het uiterst behartigenswaardige boekje “Goede Wijn” van Jan Hendriks gelezen. En direct kunnen gebruiken in een aantal opdrachten. De worsteling die beschreven wordt is zo herkenbaar en de aanpak die hij voorstelt zo concreet.
Sta niet te lang stil bij alles wat er mis gaat. Maar focus op wat goed gaat. Help mensen sterker worden in het moeilijke en tegelijkertijd uitdagende proces waar ze in hun gemeente in verwikkeld zijn. Waarderende Gemeentopbouw noemt Hendriks het. Een uitwerking van de benadering van Appreciative Inquiry uit de Organisatie Ontwikkeling. Een benadering die nauw aansluit bij de Organische Systeem Theorie zoals ik die in navolging van mijn vrienden van TransMind veelal gebruik.

Waarderende Gemeenteopbouw

Dat is iets wat we hard nodig hebben. Want veel gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland hebben het zwaar. Het bekende werk: teruglopend kerkbezoek, teruglopend ledental en afnemende inkomsten. De effecten van het feit dat in onze westerse wereld de kerk naar de zijlijn gedreven is. Deels door de algehele tijdgeest, deels doordat die kerk zich daar onvoldoende mee kan verstaan. Zo kan dat ‘gedreven’ nog op twee manieren worden opgevat ook.
In de verschillende opdrachten die ik op dit moment in de kerk uitvoer vallen mij een paar dingen op.
Het verliezen van zekerheid over de koers en de toekomst maakt gemeenteleden en kerkbestuurders onzeker.

Scenario’s

En dan proberen we als verantwoorde bestuurders toch die toekomst te pakken, door het beschrijven van toekomstscenario’s. Die scenario’s maken we liefst zo concreet mogelijk. Ze beschrijven hoe de kerk er bijv. over 5 of 8 jaar uit zou kunnen zien. Op  zich is dat heel goed. Want het geeft ons een instrument om prioriteiten te stellen en ons schaarse geld verantwoord te besteden. Daarvoor is voorstellingsvermogen nodig en daarvoor zijn scenario’s goede instrumenten.
Alleen moeten we niet vergeten dat over 2 of 3 jaar we weer die behoefte zullen voelen om scenario’s te beschrijven (voor over 5 of 8 jaar). Omdat de tijden weer veranderd zijn. Omdat ons denken over de plek van het geloof in de wereld is veranderd. Of omdat de cijfers toch nog iets meer tegenvallen, dan we verwacht hadden.
En áls we dan 5 of 8 jaar verder zijn. Hebben we dan dat scenario ‘bereikt’? Nee, dan zijn we weer bezig na te denken over de kerk van de toekomst. Kortom, bezig zijn met de toekomst van de gemeente is een on-going story. Het is een proces waar in ons mensenbestaan nooit een eind aan zal komen.

Altijd op weg

We zijn als het ware altijd op weg. Een daarom is het beeld van de ‘trektocht’ dat Jan Hendriks in zijn boek noemt ook zo mooi. Het onderscheidt zich van de ‘verzorgde reis’ in het feit, dat we niet al een prospectus hebben met foto’s van het hotel waarheen wij gaan. We hebben de trein- en buskaartjes niet allemaal al op zak. We zullen van pleisterplaats naar pleisterplaats steeds moeten stil staan bij de vraag waar de Geest ons heen gidst. En daarbij moeten we niet berusten in onze zwakheden, maar ons laven aan onze kracht, aan waar we enthousiast van worden, aan wat ons inspireert. Met in onze rugzak niet meer dan wat we echt nodig hebben voor onderweg. Als onze rugzak te zwaar wordt, zijn we alleen maar bezig met sjouwen van onze bagage en zien we niet meer om ons heen waar we lopen en wie we ontmoeten.

Met moed, vertrouwen en onbezorgd

Die gidsende Geest en die Inspiratie halen we niet uit onze eigen tenen. In die zin zijn het niet wij, die de kerk veranderen, maar is het God die zijn gemeente bouwt. Terecht zegt Jan Hendriks: “God bouwt zelf. Dat betekent niet dat wij wel met pensioen kunnen, maar dat we met meer moed en vertrouwen, onbezorgd, de steigers op kunnen.” Met moed, vertrouwen en onbezorgd. Dan leggen we voor ons zelf de lat wel heel hoog in al die beleidscommissies her en der in de kerk. Want moeten we dan maar alles loslaten en zien waar het schip ons heen voert (of denken we stiekem toch:  waar het strandt)? Nee toch! Maar wat dan wel?

Vuur en bestuur

Hoe geven we vorm aan de integratie van bestuurskunde en bestuurservaring aan de ene en inspiratie en creativiteit aan de andere kant? Hoe zorgen we er voor de het Vuur en het Bestuur elkaar voeden? Dat we ons niet laten vangen in de kramp van: “hoe krijgen we de kerk weer vol?”. Of als we het over jongeren hebben: “hoe vangen we ze!” Dat we weten dat het over meer gaat dan alleen hout en steen. En dat scenario’s die op een open manier geformuleerd zijn een wenkend perspectief en het verlangen naar de gemeente van morgen wakker kunnen helpen maken.
De realiteit van kleiner worden, van noodzakelijke bundeling van krachten, hoeft niet alleen te leiden tot minder-van-hetzelfde. Het kan ook nieuwe impulsen genereren. Nieuwe krachten wakker maken en jonge generaties het gevoel geven dat er meer is dan de ervaring van ouderen die er toe doet als het gaat om de kerk van de toekomst. Maar dan moeten we in ons denken over de toekomst van de kerk wel het beeld van een georganiseerde reis los durven laten. Dan mogen we wel nadenken over ons reisplan en over onze volgende pleisterplaatsen, maar niet als in beton gegoten zekerheden. We gaan immers op trektocht en dan kan er van alles gebeuren. Ik denk dat de grootste uitdaging ligt in het verbinden van de droom van dat wenkend perspectief met de bestuurlijke verantwoordelijkheid om verantwoord om te gaan met mensen en middelen. Daar ligt de uitdaging voor mensen die denken over de toekomst van christelijk geloven in Nederland.