Als je aan een redelijk denkend westerling vraagt of hij vindt, dat het Westen het centrum van de wereld is, zal hij waarschijnlijk zeggen: “Nee, natuurlijk niet, die tijd is voorbij!” Maar is het echt zo, dat in ons denken die tijd voorbij is?
Is het niet al te vaak toch zo, dat we onbewust onze eigen Westerse wereld tot kern van ons denken en handelen nemen? En op zich is dat ook weer niet vreemd. Ieder mens heeft de neiging om zijn omgeving te bezien vanuit zijn eigen perspectief.
Maar welke pretentie koppelen wij daaraan? Waar maken wij ons bijv. in Europa (om het over Nederland nog maar niet te hebben) dagelijks druk over? Over Griekenland! Over het zgn. Polen-meldpunt! Over bezuinigingen! Meestal over zaken, die te maken hebben met de vraag hoe wij in de toekomst behouden wat wij hebben en dit niet laten doorkruisen door allerlei meteorieten, die daar vanuit andere delen van de wereld door heen zouden kunnen vliegen.
Onze ouders (ik weet het: ik ben een Baby-boomer) waren ingespannen bezig er voor te zorgen, dat hun kinderen het beter zouden krijgen dan zij. Zijn wij krampachtig bezig hetzelfde te dromen? Durven we onder ogen te zien, dat wij en volgende generaties misschien wel eens een heel stuk in welvaart terug zullen moeten? Schamen we ons daar misschien voor? Of verdringen we die gedachte uit angst?
En als dat besef doordringt, gaan we daarvoor dan een schuldige zoeken? Wat kan leiden tot nieuw dogmatisme of tot xenofoob gemopper? Of durven we te onderkennen, dat onze beschaving misschien wel over haar welvaartstop heen is. Dat de toekomst van de ontwikkeling van de menselijke soort misschien wel ergens anders ligt. Ja, dat we niet langer het centrum van de wereld zullen zijn. Of misschien wel: dat we dat al lang niet meer zijn.